OTS

Een ondertoezichtstelling (OTS) wordt uitgesproken door de kinderrechter. Bij een Ondertoezichtstelling krijgen ouders hulp en ondersteuning bij het opvoeden en opgroeien van hun kind. Bijvoorbeeld omdat de ontwikkeling van een jeugdige bedreigd wordt. Er wordt een gezinsvoogd toegewezen die samen met de jeugdige en ouders beslissingen neemt die de ontwikkeling van de jeugdige ten goede komen. Ouders houden zelf het gezag.

Wat gaat aan een ondertoezichtstelling vooraf?
Aan de uitspraak van de kinderrechter gaat een onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming vooraf. Als er zorgen zijn over de ontwikkeling van een jeugdige, kunnen bv. Veilig Thuis of de gemeentelijke toegangsteams aan de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) vragen onderzoek te doen naar de situatie van de jeugdige. Dit heet een ‘Verzoek tot Onderzoek’. Na onderzoek kan de RvdK de kinderrechter adviseren een maatregel Ondertoezichtstelling (OTS) uit te spreken. Er zijn ernstige zorgen over de ontwikkeling van een jeugdige en inzet van vrijwillige hulp wordt niet meer toereikend geacht. De kinderrechter kan dit advies overnemen en een maatregel uitspreken. Een Gecertificeerde Instelling (GI) voert deze maatregel dan uit. In Limburg zijn er drie GI's: William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, het Leger des Heils Jeugdbescherming en Jeugdreclassering en Bureau Jeugdzorg Limburg.

Zodra de maatregel is uitgesproken start Bureau Jeugdzorg Limburg de ondersteuning aan de jeugdige en het gezin. Hierbij worden de volgende stappen onderscheiden:

  • Kennismaking
  • Opstellen Plan van Aanpak
  • Uitvoering Plan van Aanpak.

Lachend Meisje

Kennismaking
Bij de zitting op de rechtbank is waar mogelijk een gezinsvoogd van BJZ aanwezig. Wanneer de kinderrechter de maatregel uitspreekt maakt de gezinsvoogd op de rechtbank kennis met de jeugdige en zijn ouders. Er wordt een vervolgafspraak gemaakt - in principe binnen een week - met zowel de ouders als de jeugdige.

In deze eerste afspraak wordt teruggekeken op de zitting. Hoe hebben jeugdige en de ouders dit beleefd? Is duidelijk waarom een OTS is uitgesproken?
De veiligheid van de jeugdige is het eerste waar de gezinsvoogd naar kijkt. Hij wil daarom zicht krijgen op de situatie van de jeugdige, ook thuis. De gezinsvoogd brengt mogelijke risico’s voor de jeugdige in beeld; de risicotaxatie. Als er sprake is van een (zéér) onveilige situatie voor de jeugdige, dan worden hierover afspraken gemaakt. De gezinsvoogd geeft dan bijvoorbeeld duidelijk aan wat er wel of juist niet moet gebeuren. Hierbij wordt ook gekeken of de jeugdige thuis kan blijven of dat het beter is voor de jeugdige dat hij (tijdelijk) ergens anders verblijft.

Met de ouders en de jeugdige wordt gekeken wat familie, vrienden en anderen in het netwerk kunnen betekenen om de situatie van de jeugdige te verbeteren. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van Sociale Netwerkstrategieën (SNS)/Familienetwerkberaad (FNB). Samen wordt dan gekeken wie wat kan doen in de ondersteuning van het gezin en de jeugdige en worden hierover afspraken gemaakt.

Tijdens de kennismaking wordt ook praktische informatie met ouders gedeeld. Zo wordt aangegeven dat BJZ een digitaal dossier bijhoudt. Dit dossier wordt zoveel mogelijk samen met de jeugdige en zijn ouders gevuld en is altijd in te zien conform ons privacyreglement.

Vervolg na start: opstellen plan van aanpak
In de eerste weken na de start van de OTS maakt de gezinsvoogd nader kennis met zowel de jeugdige als de ouders en spreekt de gezinsvoogd met andere betrokken over de OTS. Waarom is er een OTS? Wat zijn de bedreigingen in de ontwikkeling van een jeugdige? Welke stappen moeten worden gezet? Dit leidt dan tot werkbare doelen en een gedragen koers die worden vastgelegd in het Plan van Aanpak. Doelen worden duidelijk en zo concreet mogelijk vastgelegd zodat jeugdige en ouders hiermee aan de slag kunnen en verbeteringen ook zichtbaar gemaakt kunnen worden. Vanaf het begin wordt gewerkt aan de gestelde doelen.

Hoewel gestreefd wordt naar een gezamenlijk gedragen koers, zijn jeugdige en ouders het niet altijd met elkaar of met de gezinsvoogd eens. De gezinsvoogd geeft dit dan expliciet in het plan van aanpak aan, zodat hierover duidelijkheid bestaat voor zowel de jeugdige, de ouders als de gezinsvoogd. Feiten en meningen worden daarbij goed onderscheiden.

Het komt voor dat de kinderrechter tegelijkertijd met de OTS een machtiging uithuisplaatsing uitspreekt. De jeugdige verblijft dan (tijdelijk) ergens anders. De gezinsvoogd heeft in dat geval meteen contact met de zorgaanbieder om de hulp organiseren.

Binnen zes weken na de start van de maatregel wordt het Plan van Aanpak afgerond. De inbreng van jeugdige en ouders is in dit plan meegenomen.

Na de eerste fase: uitvoeren Plan van Aanpak
Gedurende de OTS biedt de gezinsvoogd voortdurend ondersteuning aan de jeugdige en zijn ouders of zorgt voor het organiseren, realiseren en volgen van hulp door derden. De gezinsvoogd:

  • Houdt toezicht op de veiligheid en ontwikkeling van de jeugdige.
  • Creëert randvoorwaarden voor het uitvoeren van het plan van aanpak en stimuleert en activeert de jeugdige en de ouders.
  • Organiseert, realiseert en volgt hulp die door derden geboden wordt.
  • Creëert kansen voor de jeugdige in het gezin en in andere opvoedingssferen.
  • Bewaakt de voortgang door structurele en regelmatige evaluaties.

Alles is gericht op het realiseren van de doelen uit het plan van aanpak en het verbeteren van de situatie van de jeugdige.

De gezinsvoogd legt de nadruk op de sterke kanten van de jeugdige en de ouders. De gezinsvoogd is hierbij steeds op zoek naar concrete taken, waarbij de jeugdige en/of de ouders een succeservaring opdoen. Gezien de aard en ernst van de problematiek is het inschakelen van professionele hulp door derden vaak nodig. Soms is het nodig dat een jeugdige (tijdelijk) geheel of gedeeltelijk elders verblijft, bv. in een dagcentrum of een pleeggezin (bij voorkeur in het netwerk van het gezin).

Wanneer het niet lukt om de noodzakelijke verandering te bereiken bij de jeugdige en de ouders kan de gezinsvoogd ingrijpen. Zo kan de gezinsvoogd een schriftelijke aanwijzing geven. Hierin geeft de gezinsvoogd (dwingend) aan wat hij van ouders en/of jeugdige verwacht.

Uithuisplaatsing bij een OTS
De meeste jeugdigen met een ondertoezichtstelling wonen gewoon thuis bij hun ouders. Dat is ook ons doel omdat de veranderingen dan zo min mogelijk ingrijpen. Als de zorgen echter groot zijn, is het soms beter dat de jeugdige (tijdelijk) ergens anders verblijft (een ‘uithuisplaatsing’). Bij voorkeur verblijft de jeugdige bij familie of bekenden. Zij kunnen dan als netwerkpleeggezin optreden. Soms lukt of kan dit niet. Dan kijken wij wat de beste plek is voor de jeugdige.
Voor een uithuisplaatsing vraagt de gezinsvoogd altijd toestemming aan de kinderrechter. Als de kinderrechter deze toestemming verleent en een machtiging uithuisplaatsing afgeeft, maken wij afspraken met de jeugdige over bijvoorbeeld het contact met ouders.

Jongen voor flatgebouw

Afsluiten of verlengen
Een kinderrechter spreekteen OTS in principe uit voor één jaar, maar soms ook voor 6 of 9 maanden. Na deze termijn zijn de volgende besluiten mogelijk:

  • Niet-verlengen OTS.
  • Verlengen OTS.
  • Verzoek gezag beëindigende maatregel (voogdij).

In geval van het niet verlengen of (tussentijds) beëindigen van de OTS-maatregel wordt de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) op de hoogte gebracht van dit voorgenomen besluit (dit wordt ook wel de toetsende taak van de RvdK genoemd).

Wordt de OTS beëindigd, dan organiseert de gezinsvoogd een afsluitgesprek met jeugdige en ouders en beëindigt het dossier. Als nazorg voor het gezin nodig wordt geacht, organiseert de gezinsvoogd deze, zodat de behaalde resultaten kunnen worden vastgehouden. Indien alle zorg vanuit BJZ stopt met het afsluiten van de OTS wordt jeugdigen en ouders de mogelijkheid geboden een feedback-vragenlijst in te vullen. Hierin wordt ouders en jeugdigen gevraagd naar hun ervaringen.

Over de verlenging van de OTS beslist de kinderrechter. Wordt de rechter verzocht om de OTS te verlengen, dan worden de overwegingen die tot dit besluit hebben geleid vastgelegd. Bij voorkeur gebeurt dit met instemming van de jeugdige en de ouders, maar indien nodig ook zonder deze instemming. Met de jeugdige en de ouders bespreekt de gezinsvoogd of de gewenste doelen behaald zijn. De gezinsvoogd gaat ook na hoe de samenwerking met de jeugdige, de ouders en derden is verlopen, hoe de inzet van de ouders en de jeugdige is geweest en of afspraken al dan niet zijn nagekomen. Er wordt in overleg met de jeugdige en de ouders vastgesteld wat heeft gewerkt en wat niet, en wat hiervan dan de redenen zijn. Meningsverschillen met betrekking tot de veiligheid van de jeugdige tussen de gezinsvoogd en de jeugdige en de ouders dienen helder te worden en ieders visie wordt afzonderlijk vastgesteld en vastgelegd.
Op basis hiervan stelt de gezinsvoogd voor de kinderrechter een verzoekschrift ‘verlenging OTS’ op. De gezinsvoogd is samen met de ouders en waar mogelijk de jeugdige op de zitting aanwezig en licht het verzoek toe.

Jeugdbescherming kid

Niet gevonden wat u zocht?